1
Nico van der Wielen is geboren op 30 juni 1948 in Rotterdam, Marina van der Wielen is geboren op 13 april 1951.
Zo begint altijd een ‘voorouder’-rapport in de genealogie.
Dat ik (Nico) ben geboren in Rotterdam is zeker, maar waar is mij onbekend.
Het kan zijn op het adres van mijn grootouders, de Versijdenstraat 27, maar het kan natuurlijk ook in een ziekenhuis geweest zijn, zoals het toenmalige Sint Franciscus aan de Schiekade.
Er is niemand meer aan wie ik het kan vragen.
Dit was voor mij de aanleiding om zoveel mogelijk van wat ik mij herinner vast te leggen voor mijn kinderen, kleinkinderen en familie.
Daarnaast vond ik het leuk een speurtocht te ondernemen, naar waar onze voorouders vandaan kwamen.
De resultaten daarvan heb ik vastgelegd met het programma ‘MyHeritage’.
Via hun website zijn de resultaten te bekijken (MyHeritage.nl), maar dat is een vrij saaie opsomming van namen en jaartallen.
Vandaar op deze webpagina iets wat het midden houdt tussen een genealogische kwartierstaat en een verhaal over mijn voorouders, voorzover ik het weet
of kan afleiden uit allerlei bronnen.
Bronnen zijn natuurlijk wiewaswie.nl, zoekakten.nl (bestaat helaas niet meer) en rotterdam.digitalestamboom.nl
Als je informatie over de historie van Rotterdam googelt, kom je altijd uit op de site www.engelfriet.net, onmisbaar voor oud-Rotterdammers.
Minder bekend maar zeker de moeite waard is http://www.terpstra-koos.nl/ met allerlei foto's van Rotterdam voor de oorlog.
Van deze sites is informatie over Rotterdam van voor de oorlog overgenomen.
Heeft U aanvullingen, opmerkingen of krijgt U broken-links, kunt U dit melden aan nico@culi-net.nl.
De speurtocht naar mijn voorouders is begonnen met het overnemen van gegevens, welke anderen reeds uitgezocht hebben, zoals via smart-matches van MyHeritage,
maar soms blijkt, dat men te snel ook elkaars fouten gaat overschrijven.
Vandaar ben ik steeds meer de bronnen gaan documenteren, zeker als het gaat om de oudere generaties.
Wij beginnen dus in Rotterdam. Het huis aan de Versijdenstraat is er (nu 2017) nog steeds.
Toen mijn zus geboren werd verhuisden wij naar nr 25, het huis rechts van dat van mijn opa en oma.
Het stukje op de foto is het enige overgebleven stukje oude straat, de rest is afgebroken en vernieuwd.
Mijn ouders en grootouders woonden allebei op de benedenverdieping, en via de tuin achter konden wij zo achterom naar oma en opa.
Tegenover ons huis was het patronaatsgebouw van de Provenierskerk (OLV Koningin van de Heilige Rozenkrans), die in 1976 afgebroken werd.
’s Avonds konden wij altijd het repeteren van de koren horen.
Vanwege de kerk was het een rustige straat, met alleen de kruidenierswinkel van van Hoogendoorn, waar je voor 1 cent duimdrop kon kopen, en
de achterkant van een meisjesschool en een gymnastiekgebouw.
Naast nummer 27 was er een stoffeerderij waar mijn oom Frans nog gewerkt heeft.
Op de hoek van de Provenierssingel zat de sigarenwinkel van Speekenbrink, aan de andere kant op de hoek van de Jacob Loisstraat zat slagerij Ultee.
De Provenierssingel is samen met de Spoorsingel en Stationssingel rond 1850 gegraven ter verfraaiing van de toenmalige stadsrand. De Provenierssingel en Stationssingel
liepen onder een brug in elkaar over. Als eerste is voor 1900 het stuk onder de brug gedempt. Op oude foto's is te zien, dat de Spoorsingel toen ook een tiental meters ingekort is.
In mijn jeugd werd de Stationssingel (in 1954) in verband met de bouw van het Centraal Station gedempt.
De wijk Blijdorp is pas tussen 1920 en 1930 gebouwd, voor die tijd was het polder (in de gemeente Overschie).
De Provenierswijk werd begrensd door Proveniersstraat en -singel, Stationssingel, Statenweg, Walenburgerweg en Schiekade.
In de wijk had je veel buurtwinkels. Supermarkten waren er nog niet.
Zelfs in het kleine stuk tussen Jacob Loisstraat en Provenierssingel waren er zeker 3 slagers (Ultee, Gerritsen en Legerstee), 3 groentenboeren (Bouwens, van Tilborgh en Vrolijk), 2 bakkers (Degenkamp en Scholte-banketbakker),
2 kruideniers (Korpershoek en Hoogendoorn) ,een waterstoker in de Nicolaas Zasstraat en een drogist, een RMI-winkel, 2 sigaren/sigarettenwinkels (Bijl en Speekenbrink),
cooperatie de Vooruitgang, 2 ijssalons/snackbars (Wolff en Graute) en wat speciaalzaken als Grashoff (in knopen en manufacturen), een winkel in religiosa en een apotheek.
Na de opkomst van de supermarkt in de 50 en 60er jaren verdwenen veel winkels. Sommigen werden omgebouwd tot woonhuis, in een kwam een Turks thee-of koffiehuis,
in de panden van van Gent en Loos kwam de Pinkstergemeente, en na de renovaties van de 70 en 80jaren was er vrijwel niets meer over.Zelfs de fraaie Provenierskerk werd gesloopt.
De Spoorsingel deelde de Provenierswijk in tweeen, in het oostelijkse deel, waar ik woonde, stonden de meeste huizen, in het westelijk deel stonden mooiere panden,
maar er waren veel minder winkels.
Via de Provenierssingel en Spoorsingel liep ik naar mijn lagere school in de Klein-Cooolstraat: de Albert-Jozefschool en dat was in het westelijk deel. Verder had ik in dat deel
van de wijk weinig te zoeken. Ook het westelijk deel ontkwam niet aan de verpaupering. Op de hoek van de Spoorsingel en Stationssingel stond het prachtige witte hotel Regina,
dat eindigde als bordeelhotel.
Marinus (Ries,Giel) van der Wielen en Cornelia Johanna Spijkers.
Marinus (Ries,Giel) van der Wielen is geboren op 5 okt. 1921 in Rotterdam en overleden op 12 apr. 1988 in de Multatulistraat in Spijkenisse.
Ries is de naam die zijn ouders gebruikten, maar omdat mijn moeder zijn naam verkeerd verstaan had, noemde zij hem Giel, en dat is zo gebleven. Mijn vader kwam van Zuid, en is waarschijnlijk geboren op Charlois. Na de lagere school is hij gaan varen als stoker op een kustvaarder, over de Noordzee en naar de Baltische staten. Als zeeman had hij tatouages op beide onderarmen. In de oorlog voer hij op een schip onder Duitse vlag. Mijn moeder heeft hij kort na de oorlog leren kennen op de Victoria-fabriek in Dordrecht waar zij allebei werkten.
In mijn oudste herinnering was mijn vader pijpfitter bij Allan, een fabriek waar men onderstellen van treinen en trams produceerde. Allan (een Schot) was ooit begonnen als meubelfabriek, en met Sinterklaas, wat ook op die fabriek gevierd werd, kregen wij een kindertafel met stoelen, die door het personeel gemaakt waren. Het was jarenlang ons meubilair in de gezamenlijke kindertussenkamer in de Versijdenstraat. Eind 1958 zat Allan diep in de schulden. Werkspoor (nauw gelieerd aan de NS) bood de banken aan twee miljoen van de schulden van Allan over te nemen, mits Allan zijn activiteiten staakte. Dat gebeurde ook en zo kwam mijn vader bij Werkspoor terecht.
De Blauwe Engel, geproduceerd bij Allan in 1953-1954
Allan tramstel voor de RET
Via Werkspoor kwam mijn vader te werken bij de bouw van de Esso-raffinaderij in het Botlekgebied. Dagelijks ging hij met een werkspoorbus van Rotterdam CS naar de Botlek. In mei 1960 werd de raffinaderij officieel door Prins Bernard geopend. Kort daarna kwam mijn vader in vaste dienst bij de Esso op de afdeling Oil Movage & Storage. De naam zegt het al, hij was belast met het lossen en laden van de olie(producten) van en naar de schepen (tankers). Het werk was in volcontinu dienst, en daarom verhuisden wij naar Spijkenisse.
De raffinaderij in de Botlek. Esso heet tegenwoordig ExxonMobil
In die tijd (de vijftiger jaren) hadden wij geen auto.
De meeste mensen trouwens niet.
In de Versijdenstraat stond 1 auto, die was van de vader van Bennie Kubbe, een zwarte Pontiac of Buick.
Bennie was lang een van mijn beste vriendjes, en zijn vader was marktkoopman.
Hij verkocht koekjes en andere zoetwaren op de markten onder de Rotte-spoorlijn, op de Maashaven, op de markt in de Spanjaardstraat en soms ver weg in Capelle.
Daar gingen hij en ik vaak op de fiets naar toe.
Maar mijn vader had een bromfiets, een Berini, type M21, ook wel genoemd het zwarte lijk of de kachelpijp.
De Berini is geen Italiaans merk, maar werd gemaakt in een Rotterdamse fabriek op Sluisjesdijk, de naam komt van de oprichters van de fabriek: Bernard, Rinus en Nico.
Op de bromfiets trokken wij in het weekend er op uit naar speeltuinen in de omgeving, ik achterop bij mijn vader, Riny achterop bij mijn moeder. Zij had een Kaptein Mobylette Zoals je ziet, een echte damesbrommer.
We gingen elk jaar wel een week op vakantie, achterop die brommers. Hoe we dat deden met de bagage kan ik mij niet herinneren.Waarschijnlijk ging die met van Gend en Loos. Het populairst was Holten, want daar zijn wij een aantal jaren achtereenvolgend heen geweest.Maar ook naar Mook, Voorthuijzen en Hoge- of Lage Mierde.
In Spijkenisse kregen wij een 4-kamerflat in de Slauerhoffstraat 3b (wat 3 hoog was). Daar hadden mijn zus en ik voor het eerst een eigen kamer, en we hadden een badkamer, die we in Rotterdam niet hadden. Nadeel was wel dat ik nog op school zat op het St. Franciscus College aan de Beukelsdiijk. Gelukkig was dat maar een paar maanden, want met ingang van het nieuwe seizoen ging ik naar het Charlois Lyceum. Elke dag met het treintje van de RTM (bijgenaamd de moordenaar) van station Schiekamp naar de Boergoense Vliet. Riny was wat dat betreft beter af met de Jan Campertschool, die 50 meter van ons huis stond.
Spijkenisse was na de oorlog een kleine gemeente van 2500 inwoners, maar door de komst van de olieraffinaderijen en de chemische Industrie in de Botlek, groeide Spijkenisse uit tot meer dan 70.000 inwoners bij de gemeentelijke herindeling van 2014, toen Spijkenisse opging in de gemeente Nissewaard. Die uitbreiding vond vooral plaats aan de zuidkant van Spijkenisse, in de omgeving van het metrostation. Wij bleven wonen in de wijk Schiekamp, Spijkenisse Noord, het gedeelte ingesloten door de Groene Kruisweg en het Hartelkanaal. Wij verhuisden naar het Lobeliaplein, ook een flat, en daarna naar de Multatulistraat nr 6, een eengezinswoning.
Echte hobby’s had mijn vader niet, hij was een stille man, zijn voorkeur in muziek was Frankie Laine. Van cowboyfilms hield hij trouwens ook wel. Ik keek wel samen met hem naar sport op tv, meestal wielrennen, maar ik weet niet meer van wie het initiatief uitging. Toen ik een zeilboot in Hellevoetsluis had, vond hij het wel leuk om die te onderhouden. Ook zijn broer had een kajuitjachtje, dus de liefde voor water zat wel in de familie. Hij was een echte shagroker. Eerst rookte hij rotterdamshag, een donkerblauw rechthoekig pak. Later stapte hij over op de plastic buidels zware van Nelle. Dit roken in combinatie met het wonen en werken in de Botlek, zou hem longkanker opleveren, In het najaar van 1987 werd deze ziekte geconstateerd. Een half jaar later na maanden ziekbed overleed hij. Het gebeurde 's nachts, 's middags had ik hem nog geschoren en de buurvrouw had hem gewassen. Ik zat naast zijn bed, en zag ineens zijn gezicht wit worden. Het bloed stroomde niet meer. Op 15 april 1988 is hij gecremeerd in Rotterdam-Zuid. De as is uitgestrooid op zee.
Vader: 4. Antonius Hendrikus van der Wielen is geboren op 21 jan. 1887 in Rosmalen en overleden op 30 dec. 1973 in Rotterdam, Frans Bekkerstraat 19a. Moeder: 5. Pietje (Petronella) Vos is geboren op 14 feb. 1897 in Kedichem en overleden op 18 sep. 1990 in Rotterdam.
Cornelia Johanna Spijkers is geboren op 9 feb. 1929 in Rotterdam en overleden op 22 mei 2004 in het Ruwaert van Putten-ziekenhuis te Spijkenisse.
Mijn moeder is waarschijnlijk geboren in de Benthemstraat, en vanaf 1933 opgegroeid in de Provenierswijk, zij woonde in de Versijdenstraat op nr 27.
Het is een oude straat, met aan een kant huizen, en aan de andere kant een kerk, met kerktuin, pastorie en patronaatsgebouw, een school en een gymnastiekgebouw, gebouwd rond 1900.
Vooraan in de straat stond een huis met in de gevel een steen waarop het bouwjaar 1902 stond.
Op 8 mei 1899 werd de Provenierskerk, die tegenover de woningen lag, door de Haarlemse bisschop ingewijd.
O.L.Vrouw van de H.Rozenkrans met de pastorie, de versijdenstraat en op de hoek sigarenmagazijn Speekenbrink.
Mijn moeder is vernoemd naar haar oma van vader's kant, Cornelia Johanna van Bers.
Na de lagere school ging zij naar de Mulo, maar in de oorlog (de hongerwinter van 1944-1945) kon de school niet meer aan brandstof komen, en moest sluiten.
Na de oorlog heeft zij de school niet meer afgemaakt.
Volgens haar zeggen is zij gevallen op de tatoeages van mijn vader
Wat ik mij herinner is dat mijn moeder altijd bijverdiend heeft.
Meestal als inpakster, wat haar favoriete baan was, in later bij de automatiek op de hoek van de van der Sluijsstraat en bij slagerij Ultee op de hoek Versijdenstraat-Jacob Loisstraat.
De Jacob Loisstraat met de slagerij van Henk Ultee.
Het inpakken was het inpakken van koek, chocola en snoep. Zij heeft o.a. gewerkt bij de Heer (van de chocola, in 1982 overgenomen door Baronie), ergens bij het Marconiplein
en bij van Melle naast het Feijenoord-stadion, een wereldbekende snoepfabrikant.
Op vrijdag was het altijd feest thuis, want de werknemers kregen dan een zak snoep mee.
De van Mellefabriek met op de achtergrond de Kuip
In tegenstelling tot mijn vader had zij wel degelijk hobby’s en uitgesproken voorkeuren. Zij was aardig muzikaal, speelde accordeon, hield van rock and roll, Britse 60-jaren pop en later heavy metal. In Rotterdam kwamen jongens als Frans Hoeboer en Ger Feijen met gitaar langs om muziek te maken. Later in Spijkenisse speelde ik een beetje gitaar, en zij zocht de akkoordenschema’s voor mij uit. Sportief was zij fan van Feijenoord, en ging in de vijftiger jaren vaak met ons naar het stadion, of naar uitwedstrijden met de bussen van de Jong. Beste speler toen was natuurlijk Coen Moulijn, die over links iedereen kon passeren. Een andere hobby van haar was lijstjes maken, over van alles en nog wat, zoals plaatsnamen, wielrenners etc.
Toen wij naar Spijkenisse verhuisden bleef zij op zaterdag nog wel werken voor slagerij Ultee, zowel in de winkel als om schoon te maken, tot dat de Ultee’s de winkel in Rotterdam sloten en naar Chaam verhuisden. Nadat mijn vader in 1988 overleden was, voelde zij zich niet meer thuis in de Multatulistraat. Zij verhuisde naar het nieuwe gedeelte van Spijkenisse naar de Verdilaan, vervolgens naar de Wezelvenen om uiteindelijk toch weer terug te keren naar Spijkenisse-Noord. Daar heeft zij gewoond in een soort bejaardenhof aan de Jacob Catsstraat. In februari 2004 vierde zij haar 75e verjaardag in het Carlton-Oasis hotel. Zij had toen al een kleine attack gehad en was geen 100% meer. Zij werd kort daarna opgenomen in het Ruwaard van Putten ziekenhuis. In eerste instantie leek zij daar op te knappen, maar midden mei raakte zij weer half in coma. Zij had drie liter zuurstof per uur nodig en kreeg voeding via het infuus. Op vrijdag de 21e werd besloten te stoppen met het toedienen van medicijnen (behalve morfine). In het bijzijn van Riny overleed zij op 22 mei net na middernacht. De crematie vond plaats in het crematorium aan de Maeterlinckweg in Rotterdam. Er werd muziek gedraaid van Metallica en Guns and Roses. Op 13 aug 2004 is haar as uitgestrooid op het terrein Delhuyzen bij Arnhem (coördinaten N2.2/W2.6)
Vader: 6. Cornelis Leonardus Spijkers is geboren op 14 mrt. 1895 in Rotterdam, Nederland en overleden in Spijkenisse. Moeder 7. Cornelia Martina Sluijter is geboren op 28 sep. 1891 in Rotterdam, Nederland en overleden op 22 jul. 1963 in Dijkzichtziekenhuis, Rotterdam.
Antonius Hendrikus van der Wielen is geboren op 21 jan. 1887 in Rosmalen en overleden op 30 dec. 1973 in Rotterdam, Frans Bekkerstraat 19a.
Hij huwde Pietje (Petronella) Vos op 7 sep. 1917 in Leerdam.
Ik heb Opa van der Wielen goed leren kennen toen ik van 1963 tot 1966 op school zat op het Charlois Lyceum.
Op schooldagen ging ik tussen de middag in de Frans Bekkersstraat mijn brood opeten.
Hij was een vrolijke man, die wel van een borrel hield, en die met zijn schipperspet op de omgeving van de Waalhaven afstruinde.
Hij was toen al 65, dus gepensioneerd, maar in het adressenboek van 1939 (een soort Gouden Gids) staat hij vermeld als tremmer, wat kolensjouwer op een schip betekent.
Als hobby hield hij vogels. In de woonkamer alleen een parkiet, maar achter het huis had hij een grote volière.
Hoewel geboren in Rosmalen ligt zijn jeugd in Udenhout (van 1887 tot 1897 en van mei 1903 tot juli 1907)
In 1887 toen Antonius net geboren was, werd zijn vader spoorwachter aldaar.
De spoorlijn Tilburg-‘s Hertogenbosch was in 1881 geopend en Udenhout werd een halteplaats.
In 1938 werd het Station gesloten.
In 1897/1898 verhuisde zijn vader met zijn gezin naar Rotterdam maar zij keerden in 1903 terug.
Na het overlijden van zijn vader is hij op 11 april 1907 weer met zijn moeder, broers en zussen - nu definitief - naar Rotterdam verhuisd.
Antonius was toen 16 jaar, maar zijn 5 jaar oudere broer Jacobus was hen al voorgegaan.
Antonius is op 7 sep 1917 in Leerdam met Pietje Vos getrouwd. Pietje was toen al twee maanden eerder in Rotterdam bevallen van dochter Neeltje, die bij het huwelijk gewettigd is.
In maart 1919 gingen zij wonen in de Johannes Brandstraat 4 te Rotterdam-Zuid, inwonend bij zijn broer. Toen dochter Jacoba geboren werd verhuisden zij naar de Gouwstraat 22.
In 1927 wer er verhuisd naar de Katendrechtse Lagedijk, en tot slot in 1937 naar de Frans Bekkerstraat.
Mijn vader zal dan waarschijnlijk in de Gouwstraat geboren zijn, het is een straatje in het verlengde van de Charloise Kerksingel.
Nummer 22 bestaat niet meer, daar is nu een parkeerplaatsje, maar een stukje verder staan nog wel oude huizen, zoals de winkel van Hans Walgenbach.
Opa met zijn karakteristiek kapiteinspet. (Foto RobertPaul van Beets 1972 Geervliet)
Mijn vader in de Frans Bekkerstraat met zijn broers Joop, Toon en Nico.
Pietje (Petronella) Vos is geboren op 14 feb. 1897 in Kedichem en overleden op 18 sep. 1990 in Rotterdam. Kedichem is een dorp aan de Linge bij Leerdam, waar zij haar jeugd doorbracht. In 1917 verhuisde zij naar Rotterdam. Zij is vanaf haar twintigste tot haar 35e vrijwel altijd zwanger geweest, en kreeg op haar 41e nog een nakomertje Op hoge leeftijd kreeg zij suikerziekte en moest er een gedeelte van haar voet afgezet worden. Zij is begraven op 21 sep 1990 op Charlois.
Onderstaand de belangrijke gebeurtenissen in haar leven.
Toen ik op het Charlois Lyceum zat, en ik ’s middags vaak langskwam, was er ook vaak een nichtje van mij. Adje de Man, een dochter van tante Lenie. Haar echtgenoot was schipper en had een rijnaak, en Adje zat op een schippersinternaat. Een keer zijn wij op bezoek geweest, toen zij in de Waalhaven lagen, en wij met een roeiboot naar hun aak moesten varen, wat in mijn herinnering op gevaarlijk hoge golven werd gedaan.
Van de anderen was er tante Nel meestal grote Nel genoemd, want zij was groot vergeleken met tante Nelly.
Zij was getrouwd met oom Wim van Os, die was meer rond dan groot, en hij was een beetje doof. Dat kwam omdat hij uit grap een keer pepsils in zijn oren gestopt had, en een van de broers vond
het toen leuk daar een klap op te geven.Verderop in generatie 10 komt Marcellus van Osch voor, wat een rechtstreekse voorvader zou kunnen zijn, maar de gegevens zijn twijfelachtig.
Er was een neef, die Tonnie heette, dus dat zal wel een zoon van ome Toon geweest zijn, en er was een neef Hans, dus die zal wel van ome Joop af komen.
Ome Joop was volgens mij getrouwd met ene Jannie de Vries.Tante Co woonde op Katendrecht en was getrouwd met (Giel?) Linders.
Ome Nico heb ik niet gekend, want die woonde in mijn jeugd al in Delfszijl.
Tante Mien trouwde met Giel (Michiel) Bliek.
Tante Riek was getrouwd met Giel (Machiel) van der Klauw, die wel een zoon gehad hebben,maar die was na een paar maanden gestorven. In mijn herinnering waren zij kinderloos.
Zij hadden een motor met zijspan. Op onderstaande foto kwamen zij langs toen wij op vakanie (in Holten) waren.
Tante Nelly was mijn vaders jongste zus.Zij kwam wel vaker bij ons, en ging ook wel mee op dagjes uit. Zij trouwde met Wout Schutte, die een kruidenierszaak begon in de Wolphaertstraat,
en als wij daar op bezoek kwamen bedelden wij om snoep, want het was voor ons een snoepparadijs.
Cornelis Leonardus Spijkers is geboren op 14 mrt. 1895 in Rotterdam, Nederland en overleden in Spijkenisse. Hij huwde Cornelia Martina Sluijter op 7 mrt. 1928 in Rotterdam. Volgens mijn moeder was mijn opa geboren aan of in de buurt van de Wijnhaven, centrum Rotterdam. Onderstaand een foto zoals het er in zijn jeugd uitgezien heeft. In de oorlog van 1940-1945 is de binnenstad grotendeels verwoest .
Hij was de jongste zoon van een schoenmaker, het 11-e kind, maar veel van zijn broers en zussen waren al op jonge leeftijd gestorven.
Zijn vader had een winkel in schoenen en laarzen achtervolgend in de Kipstraat en Korte Baanstraat.
Het gezin heeft gewoond op Houttuin 58, de Prins Hendrikkade (dat is op het Noordereiland), de Atjehstraat 52 (op Katendrecht), de Willem Barentsstraat (ook op het Noordereiland)
en de Bangleystraat?. Katendrecht was toen nog niet de bekende hoerenbuurt. Pas in 1911 werd het oude Katendrecht afgebroken ten behoeve van de Maas- en Rijnhaven, en werd Katendrecht de zeemansbuurt.
In de eerste wereldoorlog werd Cornelis gemobiliseerd en heeft gediend als hospitaalsoldaat.
Zowel zijn vader als moeder waren vlak voor de oorlog (eerste WO) in 1913 gestorven.
Zijn broer Joannes Adolf was in 1914 naar klooster Sint_Charles in Boxtel vertrokken. Het klooster is ten behoeve van de snelweg A2 gesloopt.
De graven van het kloosterkerkhof zijn toen verhuisd naar Heythuysen. Mijn moeder heeft wel eens verteld, dat hij bij De Witte Paters in Afrika werkte.
In aug 1918 is Cornelis uitgeschreven uit Rotterdam en verhuisd naar Heerlen. Na een jaar keerde hij terug en ging inwonen bij zijn oom Cornelis van Bers.
In 1921 trok hij in bij de Sluijters in de Agniessestraat, en in november 1927 in de Benthemstraat. Op 15 augustus 1933 kreeg hij zijn huis in de Versijdenstraat 27a.
Na de oorlog startte hij een schildersbedrijf, maar dat ging failliet.
Hij bleef wel werken als schilder, voor zover er werk was in de crisisjaren. Ook schilderde hij op linnen of hout. In de Verseijdenstraat hing een schilderij van de stadspoort van Amersfoort.
Ik kan mij herinneren dat hij als schilder bij Wilton Fijenoord gewerkt heeft aan de Statendam, maar dat was al in 1957, vlak voor zijn pensioen.
Als gevolg van het schilderwerk, hadden zijn longen schade opgenomen, waardoor hij veel last had van benauwdheid en taai slijm.
Hij rookte ook pijp, hield van klassieke muziek (Belcanto) en speelde graag schaak en pandoer.
Van hem (en mijn oma) heb ik schaken, dammen, klaverjassen en pandoeren geleerd.
Vader: 12. Johannes Spijkers is geboren op 12 aug. 1849 in Rotterdam en overleden op 13 sep. 1913 in Rotterdam. Moeder: 13. Cornelia Johanna van Bers is geboren op 2 feb. 1856 in Rotterdam en overleden op 26 jan. 1913 in Rotterdam.
De Statendam in 1957 in het Panama-kanaal.
Opa en oma in de achtertuin.
Cornelia Martina Sluijter is geboren op 28 sep. 1891 in Rotterdam, Nederland en overleden op 22 jul. 1963 in Dijkzichtziekenhuis, Rotterdam.
Zij is vernoemd naar haar oma van moeder's kant, Cornelia Martina van Abkoude.
Mijn oma kwam uit een middenstandsfamilie. Haar ouders hadden een kantoorboekwinkel als laatste in de Benthemstraat 5c in Rotterdam.
Deze straat achter het kantoorgebouw van de Nationale Levensverzekeringsbank aan de Schiekade is in 40-45 geheel verwoest. Het kantoor werd trouwens pas in 1942 gebouwd, en toen
Nationale-Nederlanden naar de het 151 meter hoge gebouw De Delftse Poort verhuisde werd het gebouw genoemd naar Huygens de Witt, naar de twee standbeelden op de hoeken van het gebouw,
zowel wis- en natuurkundige Christiaan Huijgens als raadspensionaris Johann de Witt waren pioniers van de verzekeringswiskunde.
Oma kreeg al op vroege leeftijd kanker. Eerst borstkanker, waarvoor zij geopereerd werd in het oude Coolsingel-ziekenhuis.
Later kreeg zij ook darmkanker, heeft vaak in het Dijkzicht-ziekenhuis gelegen en kreeg een stoma.
Opa en oma zijn na een lange verlovingstijd pas op late leeftijd getrouwd.
Dit had veel te maken met het feit dat de Spijkers-familie katholiek was, en de Sluijters protestant (Nederlands Hervormd).
Oma was lid van de Waalse kerk, maar kerkte ook in de Prinsenkerk aan de Statensingel.
De kerken gaven geen toestemming voor het huwelijk. (Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen)
Zij hebben als compromis mijn moeder (vernoemd naar de Brabantse tak) katholiek en mijn oom Frans (bij de Sluijter's heette iederen Frans Willem) protestants opgevoed.
Oom Frans zong ook in een kerkkoor, waar hij zijn vrouw Diny heeft leren kennen.
Opa en Oma gingen op vakantie altijd naar Zuid-Limburg, maar kort voor haar overlijden zijn wij met zijn allen een week naar Mook op vakantie geweest.
Wij op de bromfiets, Opa en Oma gebracht door Pelle, een van de weinigen in onze straat die een auto had. (Nog wel een Studebaker)
Onderstaand een foto op de Mokerberg. Riny nog met haar arm in verband als gevolg van een fietsongeluk met mij.
Andere gebeurtenissen in het leven van Cornelia Martina Sluijter
Johannes van der Wielen is geboren op 22 okt. 1845 in Altforst en overleden op 7 okt. 1906 in Vught, Nederland (overgenomen op 20 oktober in de BS van Udenhout).
Hij huwde Jacoba van Eldijk op 21 mei 1875 in Appeltern.
Johannes heeft op veel plaatsen in Noord-Brabant rondgezworven.
Zijn kinderen werden geboren in Appeltern, Maasbommel (Catharina) , Altforst, Wijchen, Berghem, in het Land van Maas en Waal, en in Rosmalen (dat was mijn opa) en in Udenhout.
Rond 1880 was er sprake van een landbouwcrisis als gevolg van de import van goedkoop graan uit Amerika. Ook de toenemende landbouwmechanisatie zorgde ervoor dat er weinig behoefte was een
arbeidskrachten.
Johannes moest dus elders werk zoeken.
In 1881 werd de spoorlijn Tilburg – ’s Hertogenbosch geopend. In 1887 werd Johannes (hij was toen 41) aangesteld als spoorwachter in Udenhout. Mijn opa was toen nog geen jaar oud.
Na 10 jaar vertrok hij naar Rotterdam.
Veel Brabanders trokken in die periode naar de havenstad, waar wel veel werk was, zowel bij de aanleg van havens als in de scheepssector.
Een andere van der Wielen, die uit Appeltern naar de Maasstad vertrok was zijn neef Jan (1857-1929), die in 1989 als ertswerker in de haven ging werken.
Jan was een zoon van Baltus (1815-1903), een broer van Antoon.
De spoorwegovergang in Udenhout
De groei van Rotterdam voornamelijk tussen 1880 en 1920
Jacoba van Eldijk is geboren op 19 apr. 1850 in Maasbommel en overleden op 20 mei 1932 in Rotterdam.
De familie verhuist op 4 nov 1897 naar Rotterdam-Zuid, naar de Hilledijk, en woont daarna ook nog op de Rosestraat en in de Oranjeboomstraat 345, 361 en 339.
Op 18 mei 1903 keert het gezin (met kinderen Maria, Jacobus, Antonius Hendricus, Antonius en Wilhelmina) terug naar Udenhout. In augustus keert zoon Jacobus terug naar Rotterdam.
Na het overlijden van haar man vertrekt ook zij met haar kinderen weer terug naar Rotterdam.
Oranjeboomstraat 339,zoals het nu eruit ziet. De voorgevel is zoals de huizen er rond 1900 uitzagen.
Op nummer 51 woonden Jaap en Nel Kooiman.
Hij verhuisde in 1903 naar Rotterdam,waar hij trouwde met Anna Marie Snoek.
Zij kregen twee zonen, Johannes Mattheus en Mattheus.
Hij overleed op 22-jarige leeftijd in Rotterdam.
Uit de huwelijksacte van dochter Catharina (nov 1897 in Udenhout)
Rhijnus Dirksz Vos is geboren op 31 jan. 1865 in Heukelum en overleden op 20 jun. 1932 in Leerdam. Hij huwde Neeltje van Weenen op 8 okt. 1896 in Kedichem. Uit de huwelijkse bijlage blijkt dat hij in 1884 nog in Heukelum woonde, en wegens broederdienst niet opgeroepen is voor militaire dienst. Voor hun huwelijk kregen zij een akte van onvermogen. Rhijnus woonde bij zijn huwelijk al in Kedichem, en was van beroep glasblazer. Neeltje woonde en werkte toen als dienstbode in Leerdam
In 1875 was in Leerdam een glasfabriek opgericht onder de naam Jeekel, Mijnssen & Co. Op 14 juni 1891 werd de vennotschap omgezet in de NV Glasfabriek Leerdam. Maar er was ook De Pelgrimse Hut te Leerdam, in 1816 gesticht door de familie Pelgrim. In die tijd was het glasblazen nog hand- en mondwerk. In 1911 werd de eerste automatische flessenblaasmachine (Owensmachine) in werking werd gesteld. In 1927 werd voor het laatst de mondglasblaaspijp toegepast. In 1912 werd de N.V. Flesschenfabriek v/h Jeekel & Co. te Leerdam ingelijfd door De Vereenigde Glasfabrieken N.V. In 1923 volgde N.V. Glasfabriek "De Schie", een in 1897 opgericht bedrijf aan de Buitenhavenweg te Schiedam, nauw gelieerd aan jeneverfabrikant De Kuyper.
Vader: 20. Dirk Vos is geboren op 12 feb. 1811 in Heukelum en overleden op 18 mei 1885 in Heukelum. Moeder: 21. Petertje (Pietertje) Pannekoek is geboren op 4 dec. 1830 in Asperen en overleden op 23 mei 1901 in Leerdam.
Glasblazer (bron Wikipedia)
Neeltje van Weenen is geboren op 27 sep. 1872 in Lexmond en overleden op 27 dec. 1922 in Leerdam.
Vader:
22.
Herber van Weenen is geboren op 18 apr. 1840 in Meerkerk en overleden op 18 jan. 1913 in Leerdam.
Moeder:
23.
Janna van den Heuvel is geboren op 31 jan. 1842 in Lexmond en overleden op 12 mei 1900 in Leerdam.
De huwelijksacte
Johannes Spijkers is geboren op 12 aug. 1849 in Rotterdam en overleden op 13 sep 1913 in Rotterdam.
Hij huwde Cornelia Johanna van Bers op 27 jun 1883 in Rotterdam.
Van beroep was hij schoenmaker
Voor de geboorte van mijn opa woonde hij achtereenvolgend Hang 13, Nieuwemarkt 12, Kipstraat 82 en vanaf 1894 op de Korte Baanstraat 18.
De Korte Baanstraat bestaat niet meer, maar was net als de huidige Kipstraat een zijstraat van de Hoogstraat, ten oosten van de Binnenrotte.
De vooroorlogse Kipstraat liep echter anders, namelijk paralel aan de Hoogstraat van de Botersloot naar het Achterklooster.
In het adresboek van 1890 staat hij als "J. Spijkers in schoenen en laarzen Kipstraat 82."
De Kipstraat was een drukke winkelstraat, nr 82 was het twee na laatste huis aan de
zuidzijde naast de Stadhuissteeg bij de Kaasmarkt.
Korte Baanstraat
Vader: 24. Jan Adolf Spijkers is geboren op 12 aug 1849 in Delfshaven (nu een wijk in Rotterdam) en overleden op 8 feb 1875 in Rotterdam. Moeder: 25. Petronella van Bavel is geboren op 17 mrt 1818 in Breda en overleden op 17 dec 1896 in Rotterdam.
Cornelia Johanna van Bers is geboren op 2 feb 1856 in Rotterdam en overleden 26 jan 1913 in Rotterdam.
Kipstraat gezien vanaf de Kaasmarkt.
Frans Willem Fredrik Sluijter is geboren op 8 aug 1864 in Rotterdam en overleden op 29 mei 1931 in Rotterdam. Hij huwde Johanna Margaretha van der Lagen op 21 nov 1888 in Rotterdam.
Van beroep was hij eerst kantoorbediende, later winkelier. Volgens mijn moeder was dat een winkel in kantoorbenodigdheden.
In de adressenboeken van Rotterdam (een soort Gouden Gids) jaargangen 1927,1928,1929,1930 en 1931 staat
fa F.Sluyter,kantoorb.h. Benthemstraat 5a-c en 7c.
In het telefoonboek staat de firma als voor onderdelen van kantoormachines.
Wellicht heeft hij eerst gewerkt in de boekhandel van de Gebr. Schollaardt aan de Wijnhaven, waarvan broers Godefridus en Adriaan achterneven van zijn oma waren.
In zowel de families Schollaardt als Sluijter komen ook dezelfde vernoemingen naar voorouders voor (Godefridus, Leendert, Justus).
Waarschijnlijker is, dat zijn vader George Frederik, een winkel begonnen was in onderdelen van kantoormachines, en uitgebreid was tot boekhandel.
vermelde adressen op de gezinskaart: Jufferstraat 21 ... van der Takstraat 36... Noordsingel 7 ... Wijnhaven 100 ... Rembrandtstraat 7 ... van der Sluijsstraat 83b ... Raampoortstraat 27b en Benthemstraat 5c en vanaf 1931 8c
Laatste 2 adressen zijn in 1940 verwoest, de meeste andere panden zijn gesloopt.Noordsingel 7 bestaat nog, en is een winkelpand.
Het zou echter ook Teilingerstraat 7 geweest kunnen zijn, want die heette vroeger Noordsingel Boulevard.
Onderstaande foto is de Benthemstraat in 1942. Links achter de flat aan het Ungerplein, in het midden het torentje van het St.Franciscus.
overlijdensadvertentie
Johanna Margaretha van der Lagen is geboren op 21 mei 1864 in Rotterdam en overleden op 22 mei 1938 in Rotterdam.
overlijdensadvertentie
M.M. Sluijter-Sluijter is Margaretha Maria Sluijter, haar echtgenoot Frans Willem Frederik Sluijter was in 1931 overleden.
Margaretha en FWF hadden dezelfde bet-overgrootvader.
Daaronder mijn opa en oma.
J.M. Aldus-Sluijter is de moeder van mijn tante Jopie.
Tot zover onze ouders en grootouders. De overgrootouders waren bij onze geboorte al lang dood. Mijn vader zal misschien zijn oma Jacoba van Eldijk gekend hebben, maar daar heeft hij nooit iets over verteld. Mijn moeder kan alleen haar oma van moeder’s kant ,Johanna van der Lagen, gekend hebben. Alles speelt zich wel af in of nabij Rotterdam, maar sommige voorouders komen van elders.
Uit Wikipedia:
Tijdens het Ancien Régime was er sprake van het tot Gelre behorende Ambt van Maas en Waal, waarvan de zuidgrens niet overal overeenkwam met de bedding van de Maas. Ook ten zuiden van de Maas gelegen en tegenwoordig Noord-Brabantse plaatsen als Oijen en Dieden behoorden tot het Ambt. Pas in 1805 werd de Maas als provinciegrens aangewezen. Ten gevolge van de Maasverbeteringsprojecten in de jaren dertig van de 20e eeuw zijn vele Maasmeanders afgesneden. Hierdoor werden sommige delen van het Land van Maas en Waal van hun achterland afgesneden en kwamen ten zuiden van de nieuwe Maasbedding tegen Noord-Brabant aan te liggen. Het omgekeerde gebeurde uiteraard ook met voorheen Noord-Brabantse gebieden. In 1958 werd de nieuwe situatie ook in bestuurlijke zin aangepast: de betreffende delen wisselden toen niet alleen van gemeente, maar ook van provincie. Afgezien van dergelijke correcties komt het gebied van het huidige Land van Maas en Waal ruwweg overeen met het vroegere Ambt. De regio omvat twee gemeenten: West Maas en Waal met daarin de woonkernen Alphen, Altforst, Appeltern, Beneden-Leeuwen, Boven-Leeuwen, Dreumel, Maasbommel en Wamel, alsook Druten, dat naast het gelijknamige kerkdorp ook Afferden, Deest, Horssen en Puiflijk omvat. Het belangrijkste dorp in het oostelijke deel van het Land van Maas en Waal is Druten, in het westelijke deel is Beneden-Leeuwen het belangrijkste dorp. Het gebied is pas laat in de twintigste eeuw ontsloten; daarvoor was het relatief geïsoleerd. Dit komt door de natuurlijke barrières die de Waal en de Maas vormen. Wie er niet moet zijn, trekt er ook niet doorheen. De bevolking is overwegend rooms-katholiek, hoewel in de tijd van de Republiek tevergeefs is geprobeerd de reformatie in te voeren. Het was een arm en achtergesteld gebied, van waaruit ook velen zijn weggetrokken. Dit had mede van doen met de overstromingen die hier regelmatig voorkwamen. Het Maas-en-Waals dialect is sterk op het Brabants geënt en redelijk representatief voor het rivierengebied.
Naast bovengenoemde oma's oma is er nog een tak voorouders, die ook verder dan andere in de tijd terug te volgen is:
Herber van Weenen is getrouwd met Janna van den Heuvel, die via Nicolaas ven den Heuvel, Annigje Oskam, Cornelis Oskam, Grietje de Bode en Cornelis de Bode afstamt van
Pietertje van Zijl, geboren in 1618 in Jaarsveld.Pietertje van Zijl is een dochter van Jan Cornelis van Zijl, vermeld als timmerman te Jaarsveld,
secretaris van het waterschap en drost en dijkgraaf in Gorinchem.
Deze Jan Cornelis was een zoon van Cornelis van Zijl en jonkvrouw Heijlwich van Brederode, kleindochter van bastaardzoon Joost van Reinout II van Brederode (1415-1473), die getrouwd
was met Maria Dever van Minden, vrouwe van Diepenburgh en een afstammeling van de famile van Amstel van IJsselstein.
Ook de van Zijl's komen in de 13e eeuw al voor als raad van de graven van Holland.
Overgrootvader Frans Willem Fredrik Sluijter is een achterkleinzoon van Joke van Assendelft, wel een oude familie, maar waarbij de stamboom niet helemaal zeker is.
Beroep Antoon: Landbouwersknecht, bouwknecht (1839) Catherina: Dienstmeid Huwelijk: 15 april 1839 in Appeltern. Kinderen uit dit huwelijk, allen geboren in Altforst:
Huwelijk: 11 mei 1842 in Rotterdam, hij was toen timmermansknecht, zij dienstbode. Kinderen uit dit huwelijk, allen geboren in Rotterdam:
Huwelijk: 2 mei 1855 te Rotterdam. Kinderen uit dit huwelijk:
Uittreksels geboorteregister
Deze generatie, geboren tussen 1700 en 1800, was niet erg mobiel. Geboorte en overlijden zijn meestal in dezelfde gemeente of een dorp vlakbij.
Een uitzonderingen is Petrus van Gulik, geboren rond 1740 in Weeze. Weeze ligt inwas wat tegenwoordig Duitsland is, maar in de tijd van zijn ouders was daar het hertogdom Kleef, tot 1701
in beztit van de Republiek en waar tot 1739 Nederlands nog de officiele taal was.
Als je de Maas afzakt vanaf Weeze is het 60 kilometer naar Maasbommel. Misschien is de invoering van het HoogDuits als officiele taal reden geweest om te verhuizen.
De tweede helft van deze 18e eeuw was de laatste periode van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, daarna werd Nederland de Bataafse Republiek en het Koninkrijk Holland.
Na de Franse revolutie werd onder Napoleon in 1811 in Nederland de Burgerlijke Stand ingevoerd.Napoleon had die administratie nodig omdat hij de dienstplicht (conscriptie) wilde invoeren.
In die wet werd geregeld dat geboorte, huwelijk en dood door de gemeentelijke overheid vastgelegd moest worden.
Bij een huwelijk werden bijlagen opgenomen, zoals kopieen van een geboorteakte, het eventueel vervuld hebben van de dienstplicht, en als ouders na overlijden geen toestemming
konden geven ook hun overlijdensakte. Hierdoor zijn veel gegevens uit die tijd verifieerbaar.
Voor de Napoleontische tijd werden sinds het Eeuwig Edict van 1611 alleen doop-, trouw- en begraafregisters (door de kerk) bijgehouden.
Het Eeuwig Edict van 1611 was een serie wetten opgemaakt door Aartshertog Albrecht VII namens Isabella van Spanje - landvoogdes der Zuidelijke Nederlanden - ter vervanging
van het gewoonterecht.
Het Concilie van Trente verplichtte parochiepriesters al in 1563 om doop- en huwelijksregisters vast te leggen.
In 1811 moesten de kerken hun registers aan de overheid overdragen.
In de periode 1780-1820 vinden er in het rivierengebied - waar veel voorouders van vader's kant vandaan kwamen - herhaaldelijk grote overstromingen plaats,
waarvan die in 1809 de bekendste is. Als gevolg van brand en deze overstromingen, zijn er registers verloren gegaan.
Kaart van het overstroomde gebied.
Onder Koning Lodewijk Napoleon werd het beheer van de rivieren en dijken overgeveld naar nationaal beheer.
Het gebied tussen Lek en Merwede in 1573.
In het rood 4 families met voorouders in de 12e,13e generatie en verder terug.
Jan Cornelisz was timmerman te Jaarsveld.
Zij zijn getrouwd op 5 mei 1612 te Jaarsveld.Kinderen uit dit huwelijk:
Deel van de kaart van Christiaan Sgrooten uit 1573
De rivier Oude Rijn vertakt zich bij Leiderdorp, waarbij het riviertje de Zijl noordwaarts stroomt, naar de Kagerplassen. Een klein stukje noordelijk van die splitsing werd -aan de oostzijde- tegen het einde van de dertiende eeuw een versterkt huis gebouwd, dat waarschijnlijk geheel omgeven was door een gracht. De eerste bewoner, Heer Jan van Ammers, ging zich naar dit Huis noemen: Van Zijl.13. Cornelis Arijense Willemsz van Zijl (1559-Vianen,1605) x Heylwich Helene van Brederode (Vianen,1560-1619)
Cornelis was secretaris van Vianen. Heylwich was achternicht van Hendrik van Brederode (1531-1568) - bijgenaamd de grote geus. Hij bezat meerdere kastelen in Vianen, (Batenstein,Ameliastein).
Hij maakte van Vianen en vrijstad met versterkingen, waar ondanks het verbod van Filips de II allerlei boeken en pamfletten gedrukt konden worden.
Bij de komst van Alva worden veel van de versterkingen door diens troepen afgebroken.
Hendrik kreeg zijn bijnaam, toen hij namens het verbond der edelen een smeekschrift voor meer godsdienstvrijheid indiende bij Margaretha van Parma.
Tijdens de aanbieding van het smeekschrift werden de edelen voor het eerst neerbuigend Geuzen genoemd door Karel van Berlaymont.
N'ayez pas peur Madame, ce ne sont que des gueux.
Hendrik spotte daarmee, en ging zijn rebellen geuzen noemen.
Gerrit Crieck (1570)x Barbara van Sijll (1570)
14. Willem Pelgrimsz van Zijl (Vianen,1518 1596) x Maria van Arneveld (1520-1558)
Joost Joostzn van Brederode (Vianen,1535-1578) x Anna Joostdr tot den Rijsenborg (1535)
Joost was rentmeester van de Brederode's
Cornelis Crieck (Lopik,1540-1620) x Henricxken (Lopik,1540-1614)
Adriaan van Sijl
15. Pelgrum Willems van Arneveld van Zijl (Vianen,1488-1558), van Langesteijn van Gemert (1500 -Vianen 1562)
Joost van Brederode(Santpoort,1457) x Maria Dever van Minden en Diepenburgh (1500)
Joost was een bastaardzoon van Reinout II van Brederode en Margriet Ruigrok van de Werve(bron www.huisbrederode.nl).
Joost wordt genoemd als vrijheer van Bergen en heer van Reewijk, Maria is vrouwe van Diepenburch in Maasland
Joost Heindriks tot den Rijssenborg (1510) x NN.
16.Willem Claesz van Zijl (Vianen,1470-1518) x Jutte Florisdr (Vianen,1472-1521)
Joost Dever van Minden (Maasland,1445-1526) x Maria van Mathenesse (Maasland,1449)
Hendriks Joosten van Reijssenborg (1485-1529) x NN
Voor Reinout II van Brederode zie onder : bastaardtakken.
17. Claesz Petersz van Zijl (Leiderdorp,1460 – Leiden, 1530) x Margriet Heijes (Gouda,1450-Leiden,1515)
Er is over hem weinig bekend. Hij moet diverse kinderen hebben gehad, want zowel zijn moeder als broer Cornelis spreken in hun testament over kinderen.
Waarschijnlijk Alijt en Clementia; deze laatste gehuwd met Gerrijt Wiggers. Een zoon Pieter ligt - gezien vernoeming - voor de hand.
Gehuwd (1) ± 1510 te Leiderdorp? Echtgenote is Margriet Gerijt Heyedochter N.N. Geboren ± 1480 te Gouda? Overleden op 15-02-1515 te Leiden, dochter van Gerrit Heye N.N. Brouwer.
Gehuwd (2) > 1515 te Leiden? Echtgenote is Hillegond WILLEMS, geboren ± 1490. Dit huwelijk is (nog) niet zeker; op 11-09-1528 compareert Hillegond, vrouw van Claes van Zijl.
(Leiden, wedboek; med. W. van Duijn, Sassenheim) Als het deze Claes is, dan klopt dat omdat zijn eerste vrouw Margriete Geryt Heyendochter reeds is overleden.
Uit het eerste huwelijk:
1. Alijdt, geboren ± 1500 te Leiden? Overleden >1515, 1515 April 26: (grote Bewijzen B, Leiden) f.11v: Alijdt, kind van Claes van Zijl en van wijlen Margriete Geryt Heyendochter;
Pieter van Zijl, Heer Willem van Zijl priester, Aefgen Geryt Heyen weduwe ende meester Pieter Heyen als naeste magen.
12m. 2h. lants gelegen in Zwammerdam ende bruyct die coster van Bodegraven om 20 Rinsche gulden tsiaers.
400 Rinsche gulden als den boel van Geryt Heyen voorscreven den boel van Claes van Zijl schuldich is ter cause van een huys ende erve an Sinte Pancras Kerckhoff,
welke voorscreven gelden Aefgen Geryt Heyen weduwe voorscreven onderhouden ende die voorscreven landen gebruycken zal de tijt van 12 jaren eerstcomende,
waarvoor zij 't weeskind sal onderhouden. Jaerlicx 16 Rinsche gulden.
2. Heijndrick Claeszoon, geboren ± 1520 te Leiden? Overleden >01-01-1587 te Leiden? Maakt op 18-11-1582 (zieckelijck, te bedde) testament met zijn 'tegenwoordige' huysvrouw Marijtgen Jacobsdochter.
Gehuwd ± 1550 met Marijtgen Jacobsdochter de KUVE, geboren ± 1520, overleden >01-01-1587.
Joost Abrahams van Reijssenborg (1460) x NN
Wouter van Mathenesse (Schiedam, 1415) x 1)Duifje van Rijn, 2)Elisabeth Gillisdr van Kralingen).
Mathenesse was een kasteel in Schiedam uit 1262, ook wel Huis ter Riviere genoemd.
Vanuit de donjon werd tol geheven over de Maas,
18.Pieter Willem Foytgen van Zijl (Leiderdorp, 1440 – Leiden, 1516) x Aleid van Tetrode of van Zwieten (Leiden, 1455 - 1529)
Begraven op 08-06-1516 te Leiden, St. Pieterskerk.
Hij wordt op 09-03-1479 na opdracht van zijn broer Geryt beleend met 9 morgen in Zoeterwoude bij de Medenborger Wetering.
Poorter van Leiden in 1486; schutter van de handboog in 1494 en 1506.
Gerrit Heijes Heije (1420) x Brouwer (1420)
Abraham van Reijsenborch (1435) x NN
Adriaan van Mathenesse(1358-1434) x Aleid Philipsdr van Spangen (??-1448)
Het kasteel van Spangen (dat is niet dat kasteel van Sparta) lag in Overschie in de Spaanse polder. Er is niets van over.Op de plek waar het slot lag ligt nu de Bornissehaven.
Van het kasteel van Mathenesse bestaat nog steeds de ruine, nu midden in Schiedam aan de Broersvest.
Beide tekeningen zijn uit 1700
19. Willem Foytgen van Zijl (Leiderdorp,1417 – Leiden, 1473) x Aleid van der Graft (1418-Leiderdorp, 1473)
Willem was in 1443 schepen in Leiden.
Bartholomeus van Tetrode (1425-1470) x Clementia van Zwieten (1425-1456)
Wouter Gerard van den Berge, alias van Mathenesse (1360-1431) x Elisabeth van der Horst.
Philips van Spangen (1366-1424) x Henrica van IJsselstein.
20. Jan Claes Rengersz van Zijl van Rijsoord (Leiderdorp,1395-1468) x Catharina van Berendrecht (Leiden,1378 - 1465)
Jan Claes heeft de naam van zijn moeder overgenomen.Zijn vader heet Nuweveen.
Begraven op 07-12-1468 te Leiden, St. Pieterskerk. Sticht in 1431 de Maria-vicarie (archief Kerken van Leiden, inv. nr. 407, pag. 10) in 't gasthuis .
Jan maakte (als Hoek) deel uit van de burgers die voor Jacoba strijden voor Woudrichem (zie ook: Fibula: Hoekse en Kabeljauwse twisten, pag. 51 e.v.),
Gehuwd ± 1405 te Leiderdorp? Echtgenote is Catharina van BERENDRECHT, Begraven op 02-06-1465 te Leiden, St. Pieterskerk.
Er is van dit echtpaar een boedelscheiding bekend geweest, die Van Alkemade nog gezien moet hebben.
Hij zegt: 'scheidinge des boedels van Jan van Zijl en zijn vrou Katherine door Heer Claes van Zijl, Dirc van Zijl, Willem van Zijl en Floris van Zijl, gebroeders'.
Jan Splinterse van der Graft(1388), Katijn van der Graft (1388)
Dirk Arentsz van Teterode x Neeltgen van Tetrode
Gillis van Zwieten (1400) x NN
Jan Vlaming x Elisabeth van den Berge.
Dirk van Spangen (1330-1380) x Maria van Strijen.
Gijsbert van IJsselstein (1340-1347) x Johanna van Heemstede (1344-????)
De Heren en Vrouwen van IJsselstein zijn van het geslacht van Amstel, die zich rond 1300 van IJsselstein gingen noemen.
21. In deze generatie veel onzerheden over de voorouders van Nuweveen en van Zijll.
Claes Rengersz Nuweveen (1340) x Machteld van Zijll (Leiderdorp 1380-1406)
Claas van Zwieten (1310-1350) x Meijne Cuser (Beverwijk,1310 – Delft, 1350)
Jan van der Nesse of van Spangen (1300-1342) x nn van Cralingen.
Herberen van IJsselstein (????-1333) x Elisabeth.
22. Rengersz Nuweveen (1285) x Berte Heerman (1360) of Geertruyt Regniers
Jan van Zijll, Heer van Ammers (Leiderdorp,1310 - 1396) x Machteld van Leyden (1295-1364)
Uit www.moustache.nu:
Het is niet bekend of hij oomzegger van vaders- of moederskant is (waarsch. dit laatste): brief in Handschrift Van Alkemade, gedateerd 28-05-1310: >>
'Jan van den Zijl oorkondt gegeven te hebben een stuk land dat heet 'Volghbruke' aan Heer Bartholomeus of houder deser letter, dat mijn oude vader Haer Jan van Ammers en mijn Vrouwe mijn moeder bespraken en gaven tot een capelrije te Leyderdorp.'
Bij het begin van de Hoekse en Kabeljauwse twisten kiest hij partij voor Margaretha, wat blijkt uit de verklaring van bijstand aan de Keizerin, gravinne van Henegouwen, op 5 september 1350, tezamen met andere ridders en knapen; hij staat daar vermeld onder de knapen.
Jan van Henegouwen, Heer van Beaumont, beleent Jan op 15-09-1337 met het land in Maasland dat zijn oom (Jan van Ammers) bezeten had [bron: Lk 11 (=B.B.Blois) fol. 96vs, Lk 46 (=J.J.) fol. 32 en Hano 248. Spoedig daarna, op 31-10-1337 volgt de belening met 20 morgen aan de Zijl bij het slot (Oorkonde van Jan van Polanen).
Op 07-05-1340 wordt Jan door de Heer en Vrouwe van Voorne beleend met 12 morgen in Naaltwijk, "die heer Jan van den Sile, daer God die ziele of hebben moete, te houden plach en nu ter wile in huerwarde heeft Heyne Wivenzoen." [bron: Lk. 49 (=Albr. XVIII), fol. 4vs] Uit een korte aantekening onder deze akte blijkt dat Hertog Jan van Beijeren deze 12 morgen 'later' "ten vrye eygen" heeft gegeven aan Heer Gerijt (Dirkszoon) van Zijl (zijn kleinzoon).
Dirk van Zwieten (1286 – Warns,1345) x Beatrijs.
Philips van Spangen x Sophie Dorpe.
Gijsbrecht van Amstel van IJsselstein (1260-1342) x Bertha van Heukelom van Arkel (125-1322)
Praalgraf in de Sint-Nicolaaskerk in IJsselstein, gemaakt in opdracht van Guyote, dochter van Arnold.
vlnr Gijsbrecht, Berthe, zoon Arnoud en schoondochter Maria van Henegouwen.
23. Gerijt Heerman (Leiderdorp,1325 - Leiden,1404) x Ermgard Jan die Witte
Jans Jansz van Zijll (Leiderdorp,1286 - 1310) x Agniese van Outshoorn (1288)
Het kan zijn dat deze Jan van Zijl niet een zoon is van Jan van Zijl maar van een andere zoon of dochter van Ghisekijn
Dirk Bokel (1244) x nn van Polanen.
Arnold van Amstel (1240-1291) x Johanna van Zuylen (1230-1290)
Otto I van Arkel (1254-1283) x Mechteld van Heusden.
24. Willem Heerman () x Baertaet van Oestgeest (1295)
Jan Wit Lizzebettenz x Catharina van Zwieten (1300)
Jan van Ammers van Zijl (De Lier, 1265) x Jutte van der Zile
Uit www.moustache.nu:
In Leiderdorp vestigde zich Jan van Ammers, die op 14 juni 1292 (de zaterdag na Pinksteren) door Heynric, burggraaf van Leiden werd beleend met
'alle huysen ten Zijle die Jonaes waren (=zijn vader of schoonvader Jonas van den Zile). Jan noemde zich vanaf dat moment naar de plek waar hij woonde: Jan van den Sil of Van Sijl.
Jan van AMMERS, ridder, geboren ± 1260 te De Lier? Overleden >18-03-1309 te Leiderdorp? Op 31 mei 1292 maakt hij zijn omgracht Huis ter Zijl met 50 morgen land, 'legghende tot het oud kerkhof', leenroerig aan de burggraaf van Leiden: Hendrik van Cuyk.
Info: ..'bij gebrek aan zoons en hun nakomleingen te versterven op zijn drie oudste zusters, waarbij de twee jongsten hun deel van hun oudste zuster in leen zullen houden'. (bron: ARA ZH Leenregisters AA, f24v).
Ook 20 morgen land van Polanen (Drossaars, 1949; leen nr. 194) en 3 morgen van Heemskerk worden door zijn nakomelingen in leen gehouden (Gemeente-archief Leiden, handschrft nr. 85189).
Op 01-04-1296 zegelt hij met een schuinbalk (Archief Abdij van Rijnsburg, inv. nr. 698).
Jan werd genoemd: 11-08-1305: als laatste met name genoemde (20e) ridder ter dagvaart in Den Haag;
18-03-1309: Heer Jan van Ammers, als zwager van Gerard van Zwieten welke gehuwd was met Clara van Zijl (van Ammers)(= 1048); (Cartularium S.Jansheren op GA Haarlem nr. 285 en Muller, Regesta Hanonensia);
dit is de laatste maal dat hij voorkomt.
Philips van Spangen x nn danielsdr van der Merwede.
Gijsbrecht III van Amstel (1200-1252) x Aleidis van Cuyk.
Gijsbrecht van Zuylen (1200-1260) x Johanna van Haamstede (1195-????)
Herbaren II van Arkel (1205-1251) x Aleid van Heusden (1195-1276)
25. Willem Heerman (1270) x Yde Willemsdr
Ghisekin van Ammers (1231) x nn van Oestgeest
Joannes van der Zile
Jacob van Spangen (1180) xx nn van Teijlingen.
Floris Herbaren van der Lede (1170-1207) x Jacomijn Hugo Botterdsdr van Schoonhoven (1183-1251)
Gijsbrecht II van Amstel (1170-1235) x Bertrande van IJsselstein (1175-1233)
26. N.N.x N.N. Uter Leyere.
Gijsbrecht I van Amstel (1140-1188) x Hadewigus
27. Ghisekein Uter Lyere (De Lier,1175)
Hij wordt voor het eerst vermeld in 1226 als leenman van de heren van Wassenaar.>>
Zijn naam is een verkleining (koosnaam) van Ghijsbrecht.
Egbert vanAmstel (Grave,1105-1172) x Badeloch Boothen van Muiden
28. Wolfger van Amstel (Grave,1075-1131) x Marguerite van Beveren (1083)
29. Egbert II van Amstel (1031-1087)
30. Egbert I van Amstel (986-1048)
De familie de Raet heeft eveneens voorouders tot in 1200, de 'De Raets' hebben voornamelijk gewoond op het westelijk deel van het eiland IJsselmonde (toen Riederwaard geheten), in de plaatsen Poortugaal, Charlois,
Rhoon en Pernis.
De oudste stamvader de Raet komt echter uit Vlaardingen.
In generatie 14 is een De Raet getrouwd met een Van Gaesbeek, een bastaard-tak van de families van Gaesbeek en Abcoude, in generatie 15 is
Pieter Jansz de Raet getrouwd met Aegje Willemsdr van Driel, een familie, die gezien kan worden als de droogleggers van de polders rond Poortugaal.
Overigens komen er meer huwelijken tussen deze twee families voor.
Deel van de kaart van Christiaan Sgrooten uit 1573
12e generatie
13e generatie.
14e generatie, de stamoudouders.
15e generatie.
16e generatie.
17e generatie.
18e generatie.
19e generatie.
20e generatie
21e generatie
22e generatie
23e generatie
24e generatie
25e generatie
26e generatie
27e generatie - edelstamouders
Schilderij door Dirck Stoop
Links op de witte schimmel Barlaymont
Rechts Oudewater met links een bres in de stadswal, waaronder een mijn ontploft.
Het riviertje dat door Oudewater stroomt is de Lange Lingschoten, die in de Hollandse IJssel uitmondt.
De Brederodes waren een adelijke familie in Holland. Het stamslot stond in Santpoort bij Velsen, maar in 1414 waren de Brederodes ook heer van Vianen geworden,
en verhuisde men naar kasteel Batenburg.
De familie stamt of van de heren van Teylingen, die volgens hun familiewapen afstamden van een bastaardzoon van de graven van Holland.
Willem I van Brederode (geb 1226 in Santpoort) trouwt met Hillegonde van Voorne, en via haar voorouders komen we via Frederik van Luxemburg (geb 960 in Moezelgouw)
en Lodewijk de Stamelaar bij Karel de Grote
generatie 17
generatie 18
generatie 19
generatie 20
geneatie 21 zie www.huisbrederode en genealogie west-europese adel
generatie 20
generatie 21
generatie 22
generatie 23 : zie genealogie west-europese adel
Ook via deze voorouders komen we via Hertog Godfried III van Brabant, Graaf Lambert I van Leuven en Karel III van Karolingen bij Lodewijk de Stamelaar, achterkleinzoon van Karel de Grote